Jeroen Blom 0

Oproep ter verbetering van de lessen Filmgeschiedenis 2 in 2AK

75 signers. Add your name now!
Jeroen Blom 0 Comments
75 signers. Almost there! Add your voice!
95%
Maxine K. signed just now
Adam B. signed just now

Een open brief aan de schoolleiding van het Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound (RITCS); 30 mei 2016

Geachte schoolleiding,

Wij schrijven u namens de studenten van 2AK om onze teleurstelling en ontevredenheid te uiten aangaande de lessen Filmgeschiedenis 2 die in het afgelopen schooljaar (2015 – 2016) aan ons zijn gegeven door de heer Jan-Pieter Everaerts. Wij zijn van mening dat de kwaliteit van deze lessen ver onder de maat van een audiovisuele vervolgopleiding ligt en dat een grondige herziening van de inhoud en indeling van deze lessen noodzakelijk is voor het volgende jaar.

Ons eerste en voornaamste bezwaar is dat in de lessen Filmgeschiedenis de daadwerkelijke geschiedenis van de filmkunst vrijwel niet tot nauwelijks is behandeld. Meneer Everaerts heeft een breed scala aan andere onderwerpen besproken die vrijwel niets met het bedoelde onderwerp van de cursus te maken hebben, zoals de politieke structuur van België, het milieu, de Islam, het Jodendom en complottheorieën (bijvoorbeeld over de aanslagen in New York van 11 september 2001). Hierbij spreekt hij volledig zonder interne betoogstructuur en biedt hij vaak geen (herkenbaar) raakvlak met de lesstof, zodat het zeer moeilijk is om zijn verhaal te volgen voor de enkele studenten die dat proberen.

Wij hebben natuurlijk geen bezwaar tegen het bespreken van de actualiteit of andere maatschappelijke onderwerpen in een les die daar geen direct inhoudelijk raakvlak aan heeft. Het klassikaal gesprek dat meneer Everaerts hield na de aanslagen in Brussel van 22 maart werd over het algemeen als nuttig ervaren. Wij hebben echter wel bezwaar tegen het feit dat meneer Everaerts elke les tussen de 150 en 240 minuten (een volledig lessenblok) besteedt aan deze ongerelateerde en ongestructureerde kletspraat. Zelfs na herhaaldelijk aandringen van studenten om filmgeschiedenis te bespreken blijft meneer Everaerts terugvallen op dergelijke onderwerpen.

Ons tweede bezwaar is dat meneer Everaerts absoluut geen nuance of (poging tot) objectiviteit toont in zijn bespreking van deze maatschappelijke onderwerpen. Hij maakt er geen geheim van dat hij een links-socialistische politieke mening heeft. Dat is op zich niet erg, maar hij verkondigt zijn opvattingen als absolute feiten en historische vanzelfsprekendheden. Zo beweert hij in zijn cursus 'Wereldcinema' (pagina 41) dat filmregisseur James Cameron een crimineel is omdat hij - naar zeggen van meneer Everaerts - delen van de Mexicaanse kust heeft opgeblazen en de lokale bevolking heeft benadeeld tijdens de productie van Titanic (James Cameron; 1997). Daarnaast spreekt hij vaak over het politieke activisme dat hij in zijn jeugd heeft gevoerd en uit hierbij zijn verbazing over onze generatie, die volgens hem meer geëngageerd moet zijn in de zaken die hem interesseren. Dit gedrag is een vervolgopleiding onwaardig. Een opleiding dient studenten de middelen toe te reiken om een eigen, geïnformeerde mening te vormen op basis van verschillende standpunten en objectieve feiten. Meneer Everaerts biedt echter geen alternatieve standpunten en maakt in zijn betoog geen onderscheid tussen subjectiviteit en objectiviteit.

Ons derde bezwaar betreft de weinige momenten dat meneer Everaerts zich wel op filmgeschiedenis richt. Hij wil zich in zijn cursus richten op Belgische en niet-Westerse cinema, om een alternatief te bieden aan de dominantie van Westerse cinema in onze cultuur. Wij juichen deze aanpak toe, maar in de praktijk wordt ons over de Belgische en niet-Westerse cinema niets nuttigs bijgebracht. De bespreking van filmgeschiedenis bestaat bij meneer Everaerts uit het tonen van schijnbaar willekeurige fragmenten zonder enige samenhang daarin aan te tonen. Onze eerste bespreking van de Belgische cinema (die pas tegen het einde van de tweede les aanving) bestond uit een vertoning van fragmenten uit Maudite soit la Guerre (Alfred Machin; 1914), De Witte (Jan VanderHeyden; 1934) en Het Kwade Oog (Charles Dekeukeleire; 1937), zonder dat meneer Everaerts toelichtte wat deze fragmenten filmhistorisch relevant maakt of hoe zij in de geschiedenis of filmtraditie geplaatst moeten worden. Het bekijken van dergelijke fragmenten is zinloos als wij niet kunnen begrijpen hoe we deze moeten bekijken of interpreteren.

Naast het tonen van fragmenten besteedt meneer Everaerts zijn tijd ook met het tonen van korte documentaires, het tonen van trailers en (éénmaal) het voorlezen van een Wikipediapagina, opnieuw zonder enige duiding. Hij geeft de indruk zijn lessen niet te hebben voorbereid en niet te weten welke kennis hij precies aan ons wil overdragen. Hij beweert zelf dat hij niet de tijd krijgt ingeroosterd om adequaat de volledige filmgeschiedenis te bespreken. Wij vinden dat een onzinnig argument, aangezien hij het merendeel van zijn ingeroosterde tijd besteedt aan het bespreken van compleet ongerelateerde onderwerpen (zie het eerste bezwaar).

Wij hebben begrip voor de intentie van meneer Everaerts. Hij wil onze interesse opwekken en ons motiveren om onszelf verder te informeren en engageren aan de hand van een aantal ideeën die hij ons in de lessen aanreikt. Zijn methode heeft echter het tegenovergestelde effect. Na de lessen Filmgeschiedenis 1 die Wouter Hessels aan 1 AK gaf in schooljaar 2014 – 2015 waren veel studenten zeer gemotiveerd om verder te leren over filmgeschiedenis. De lessen van meneer Everaerts werden echter zo massaal als nutteloos en oninteressant ervaren dat elke les na de eerste slechts ruwweg 8 tot 15 studenten op kwamen dagen (1). Dit is enorm demotiverend voor de studenten en meneer Everaerts zal zich hier ook niet goed om gevoeld hebben.

Momenteel zijn wij bezig met het studeren van het examen Filmgeschiedenis 2 op 17 juni 2016. Hiervoor moeten wij ruwweg 200 pagina’s leren over Filmgeschiedenis, waarvan minder dan 5 % in de lessen aan bod is gekomen. Daarnaast moeten wij 3 schriftelijke opdrachten maken (waarvan 2 vrijblijvend). Één van deze opdrachten betreft een vergelijking van onze opvatting over niet-Westerse cinema vòòr de lessen Filmgeschiedenis met onze opvatting over niet-Westerse cinema na deze lessen. Aangezien de bespreking van de niet-Westerse film niet verder is gekomen dan een vertoning van een aantal willekeurige trailers is het lastig om een merkbaar verschil in de twee opvattingen aan te duiden. De grootte van de leerstof staat volgens ons niet in verhouding met de mate waarin die leerstof adequaat in de lessen is behandeld.

Wij roepen de schoolleiding op om het curriculum voor Filmgeschiedenis in 2AK grondig te herzien. Wij willen niet direct zeggen dat meneer Everaerts deze les niet zou mogen geven, maar de manier waarop hij de cursus het afgelopen jaar heeft ingevuld is onacceptabel slecht. Hij behandelt nauwelijks filmgeschiedenis, maar houdt zich meer bezig met het bespreken van ongerelateerde maatschappelijke onderwerpen en verkondigt daarbij zijn eigen mening als feit. Wanneer hij wel filmgeschiedenis bespreekt bestaat het slechts uit het tonen van fragmenten en trailers zonder daarbij aan te duiden waarom hij deze fragmenten toont. Het examen bestaat vervolgens uit een flinke blok tekst en opdrachten die vrijwel niet in de lessen zijn behandeld. Studenten uit volgende jaren verdienen beter onderwijs dan wij hebben ontvangen. Wij hopen dat u onze klachten ter harte neemt.

Met vriendelijke groet,

De studenten van 2AK, schooljaar 2015 – 2016

(1) Wij willen graag hierbij benadrukken dat deze brief mede is opgesteld door een student die alle lessen aanwezig is geweest en het volledig eens is met alle commentaren in deze brief.

Share for Success

Comment

75

Signatures